Tachtig jaar geleden, in de nacht van 25 op 26 december 1944 saboteerden verzetsstrijders uit de hele Zaanstreek de gedwongen arbeidsinzet van de Duitsers. Tijdens de Kerstdagen werden negen gemeentehuizen beroofd van de voor de ‘Arbeitseinsatz’ benodigde bevolkingsregisters. Jaap Pielkenrood Szn. (schuilnaam Jaap 2) was als lid van de knokploeg van Jaap Muusse (schuilnaam Ome Jaap) nauw betrokken bij de overval op het gemeentehuis aan de Lagedijk in Zaandijk.
Wij kennen het verhaal over deze overval omdat Jaap Pielkenrood zijn zoons hierover na de oorlog heeft verteld en omdat hij een angstige herbeleving heeft gehad toen hij het gebouw zo’n vijftig jaar later met zijn kleinzoon Sander bezocht. Bovendien is er in het Nationaal Archief in Den Haag een dossier van hem met onder andere een document van zijn indeling bij de Binnenlandse Strijdkrachten (bundeling van de samenwerkende verzetsgroepen in de eindfase van de Tweede Wereldoorlog).
Binnenlandse Strijdkrachten
Erik Schaap, kenner van het Zaanse verzet bij uitstek, zegt over deze actie het volgende:
“Zelfs gedurende de laatste stuiptrekkingen van de oorlog probeerde de bezetter om Nederlanders te ronselen voor de ‘Arbeitseinsatz’. Kort voor Kerstmis 1944 kondigden de Duitsers een arbeidsdienstplicht af voor alle mannen van 16 tot 40 jaar. De Zaanse illegaliteit nam het voortouw om deze actie van de bezetter te saboteren. De Zaandamse verzetsleider Kees Kraay kreeg van zijn stadsgenoot Walraven van Hall de opdracht om de bevolkingsregisters in de Zaanstreek te stelen. De Gewestelijke Sabotageafdeling, de gewapende tak van de Binenlandse Strijdkrachten in Noord-Holland, slaagde er in om de opgeslagen gegevens van negen Zaangemeenten weg te halen.”
Bij de kerstboom
Aan de laatste Kerst in oorlogstijd bleef Jaap Pielkenrood zijn leven lang denken als de familie bij de kerstboom zat. Dan vertelde hij hoe hij de Kerst in 1944 had beleefd.
De toen 23-jarige Jaap 2 moest met een of meer andere verzetsmannen de omgeving van het Zaandijkse gemeentehuis in de gaten houden om bij onraad de mannen binnen onmiddellijk te waarschuwen. Maar het was een zeer donkere nacht. Licht van maan en sterren bleef achter de wolken. Bovendien waren op last van de Duitsers alle ramen van gebouwen en huizen verduisterd. Er mocht geen streepje licht naar buiten komen om de bemanning van overvliegende jachtvliegtuigen en bommenwerpers van de geallieerde luchtmacht geen aanwijzingen te geven waar zij op dat moment vlogen.
Angst
Daar stond Jaap met zijn stengun op de Lagedijk, maar hij kon het einde van de loop van zijn geweer zelfs niet zien. Hij hoorde af en toe wel gedempte geluiden, maar waren dat Duitsers, verzetslieden of plaatsgenoten die na familiebezoek naar huis slopen? Jaap was bang om tegen iemand op te botsen van wie hij niet wist wie het was. En dan, moest hij schieten met het risico dat hij een van zijn mede-verzetsmannen neerschoot?
Deze verlammende angst bleef Jaap nog lang achtervolgen.
Jaap Pielkenrood in zijn kantoor aan de Lagedijk in 1955.